background image

Heeft je aanhanger een kenteken nodig?

Vraag jij je af of je een kenteken voor je aanhanger nodig hebt? Dan ben je niet de enige, want veel mensen zijn onzeker over de regels. Wanneer is een eigen kenteken verplicht, wat zijn de uitzonderingen en waar moet je allemaal rekening mee houden? Wij leggen je graag uit welke regels en verplichtingen er gelden, zodat je precies weet waar je aan toe bent.

Aanhanger zonder eigen kenteken

Voor lichte aanhangers geldt dat ze geen eigen registratie nodig hebben zolang de toegestane maximummassa niet boven de 750 kilo uitkomt. In dat geval gebruik je het kenteken van de auto waarmee je rijdt. Je bevestigt hiervoor een witte kentekenplaat met zwarte tekens en zonder het EU-symbool achter op de aanhanger. Deze variant zie je niet alleen bij kleine aanhangwagens maar ook bij caravans of fietsendragers die het originele kenteken van de auto aan het zicht onttrekken.

Hoe kom je aan een witte kentekenplaat?

Een witte kentekenplaat laat je eenvoudig maken bij een erkend kentekenplaatfabrikant. Je hebt hiervoor geen apart kentekenbewijs nodig, want de plaat is een kopie van het kenteken van de auto waarmee je rijdt. De leverancier mag de witte variant alleen uitgeven wanneer je het originele kentekenbewijs van het trekkende voertuig kunt tonen. Zo weet je zeker dat de cijfers en letters exact overeenkomen en dat de plaat voldoet aan de wettelijke eisen.

Plateauwagen
SARIS McAlu Pro

Aanhangwagen met een eigen kenteken

De kernregel luidt dat een aanhanger pas een eigen kenteken nodig heeft als de toegestane maximummassa (TKM) boven de 750 kg komt. In dat geval moet de aanhanger afzonderlijk bij de RDW geregistreerd worden en krijgt hij een geel kenteken met EU-symbool, net zoals een auto. Na goedkeuring ontvang je een kentekencard en ben je verplicht de juiste kentekenplaat achter op de aanhanger te bevestigen. Dit zorgt ervoor dat de aanhanger duidelijk herkenbaar is in het verkeer en zelfstandig administratief wordt gevolgd, los van het trekkende voertuig.

Hoe verloopt registratie en keuring?

Wanneer jouw aanhanger kentekenplichtig is, moet je een aantal stappen volgen:

  1. Voldoen aan technische eisen
    De aanhanger moet qua verlichting, remmen, reflectoren, banden, constructie en afmetingen voldoen aan de wettelijke normen.
  2. Keuring bij de RDW
    Je maakt een afspraak bij een RDW-keuringsstation. Tijdens de keuring wordt gecontroleerd of jouw aanhanger technisch in orde is en aan de normen voldoet. Als alles klopt, krijg je een kentekenbewijs en mag je een officiële kentekenplaat laten maken.
  3. Tenaamstelling
    Na keuring moet het kentekenbewijs op jouw naam worden gezet (tenaamstelling). Je hebt dan een kentekencard met de gegevens van het voertuig en jou als houder.
  4. Plaatsing kentekenplaat
    De kentekenplaat moet stevig bevestigd zijn aan de achterzijde van de aanhanger. Deze moet goed leesbaar zijn, voorzien van verlichting en geplaatst op een hoogte tussen 30 en 120 cm boven de weg.

Kentekenplaat voor historische aanhangers

Voor historische aanhangers gelden aparte regels die afwijken van de standaard kentekenplicht. Als een aanhanger vóór 1 januari 1978 in gebruik is genomen, kan in bepaalde gevallen een donkerblauwe kentekenplaat met witte tekens worden gevoerd, ook wanneer het gewicht boven de 750 kilo ligt. Deze uitzondering is bedoeld om het klassieke karakter van voertuigen uit die periode te behouden. Het is daarom belangrijk om vooraf bij de RDW te controleren of jouw aanhanger aan de voorwaarden voldoet en of je een historische kentekenplaat kunt aanvragen.